Hobbelend van kei naar kei. Kettingen dansen met losse heupen. Banden kreunen onder het gedreun van de gaten. Stof vliegt op en daalt vervolgens neer op de bezwete lichamen van renners.
Het altijd rustige Noord-Frankrijk wordt voor één dag omgetoverd tot de Hel. Het is de Hel waar kasseien voor demonen spelen. Het zijn martelaren voor mens en machine die met harde zweepslagen striemen trekken. Alleen de sterksten overleven het gebeuk op de stroken, de zwakken kunnen zich niet verschuilen.
Niets in de wielrennerij is puurder dan de stenen van Roubaix. Een jaar lang liggen ze te wachten op die ene dag in April. Een jaar lang staan de douches droog en waait er stof over de wielerbaan. Maar vandaag is de ene dag in het jaar dat alles anders is.
Vandaag is er chaos op de stroken. Wordt er gereden alsof er geen morgen meer bestaat. Worden ongeschreven regels overtreden en zegt niemand daar wat van. Vandaag worden renners door duizenden fans toegeschreeuwd terwijl ze door de poort naar de Hel worden gestuurd.
Een oorverdovend geluid van joelende mensen, klapperende kettingen en kermende renners. Het is maar even, heel even, totdat de rust in het Noorden weer terug keert. Een uur chaos en daarna, serene rust. Alsof er nooit ook maar één renner langs is gereden.
Een uur chaos voordat het mos weer tussen de stenen kan groeien. Voordat boeren de kasseien nog chaotischer uit elkaar duwen met hun trekkers. Voordat de douches weer ongebruikt staan te drogen. Een uur chaos voordat we weer een jaar moeten wachten op een nieuwe winnaar. Op die wielerbaan. Die wielerbaan in Roubaix.
Wouter