Zweet stroomt in riviertjes over mijn gezicht. Mijn shirt is doordrenkt met zes verschillende soorten lichaamssappen. Met mijn rechterhand leun ik op mijn zadel, de linker grijpt zich vast aan het stuur. Langzaam maar zeker duw ik mijn fiets de berg op. Centimer voor centimer.
Ik weet nog dat ik zei; Gijs dit was best gaaf voor één keer, maar dit doe ik nooit weer. Tja, twee jaar later stond ik er dan toch weer. Wederom had ik me laten overhalen. Ik was een beetje vergeten hoe erg ik hier in de Alpen af had gezien. Maar vandaag in de derde etappe werden alle herrineringen weer opgerakelt.
Langzaam maar zeker kom ik dichter bij de top. Elke millimeter voelde als een overwinning. Stap voor stap worstel ik de steile klim op. Fietsen lukte niet meer, maar lopen deed al net zo veel pijn. Bij elke stap die ik deed voelde ik meer en meer zuur in de kuiten trekken. Alles deed pijn, kuiten, hamstrings, bovenbenen. Het zuur trok zelfs tussen mijn vingerkootjes.
Het pad vlakt wat af, in slowmotion stap ik op mijn fiets. Bij elke beweging wil er een spier in kramp trekken. Nog 3 keer puffen als een zwangere vrouw en in kon weer vertrekken voor het volgende stuk harken.
Mijn week geworden lichaam zwalkt over wortels en keien. Mijn lichaam voelde leeg. Alles was leeg en zelfs extra dikke caffeïne-guarana gels brachten geen kracht meer in mijn lichaam. Als een dronkaard vervolgde ik mijn weg over de keien en wortels. Slingerd, mijn fiets nauwelijks onder controle houdend.
De laatste kilometers was ik zo kapot dat ik niet meer mee kreeg wat er om me heen gebeurde. Pas in de laatste afdaling werd ik weer nuchter, toen de finish in zicht was.
Wouter