Al kilometers reed ik alleen. Uit mijn mond hing een sliert van speeksel en slijm. Mijn handen zaten vastgeklemd in de beugel. Ik bewoog enkel mijn benen. De mannen in de bezemwagen staarden al een eeuwigheid naar mijn bezwete rug. Af en toe werd ik aangemoedigd door een verdwaalde supporter. Het waren de laatste kilometers, in de laatste koers. Ik…