Wanneer mijn vriendin om iets voor zessen ’s ochtends met haar hoofd boven het toilet hangt probeer ik rustig te blijven. Over iets meer dan 2 uur zal de Bartje200 starten, op dat moment was het nog even twijfelachtig of het wel zo verstandig was om te starten. Ik kijk haar aan en en zie in haar ogen de teleurstelling, maar achter die blik van teleurstelling viel ook de pure wilskracht te lezen. Hoewel ik haar nog aanstuurde om niet mee te gaan wist ik zelf ook wel dat ik dat niet hoefde te zeggen, want ze ging toch wel.

Met een bleek gezicht stapt ze naast mij in de auto en reizen we af naar het Noorden. Normaal ben ik al geen held in ontbijten, maar vandaag sloeg alles. Ook mijn maag wilde deze ochtend niet meewerken en het enige wat ik met moeite naar binnen kreeg was een krentenbol. Dat was nog altijd meer dan dat Andrea had gegeten.

Beiden zette we de knop om en besloten we er maar het beste van te maken. Draaiende buiken of niet, vandaag ging er gewoon gefietst worden. Ik gaf Andrea nog een paar laatste tips en ging vooraan in het startvak staan. Gelukkig voelde ik mij met de minuut beter en kon ik voor de start nog snel een reep verorberen. Ik vroeg me af waar Andrea stond maar kon geen spoor van haar bekennen.
Het startschot wordt gelost en vanaf nu was het ieder voor zich. Ook voor Andrea en mij, hoe graag ik haar ook wilde helpen, als sporter moet je soms egoïstisch zijn om resultaten te halen. Ik vergeet al vrij snel het misselijke gevoel van vanochtend en schakel in koersmodus.

Hoewel het tempo vooraan absoluut niet hoog lag splitst zich al snel een groep van 25 af, ik wist mij gemakkelijk te handhaven bij de eerste vijf. Dat lage tempo had als voordeel dat ik er langzaam in kon rollen vandaag, ik merkte dat de benen nog wat slap waren in de beginfase. Maar daardoor konden ook een heel aantal mannen meerijden die eigenlijk niet bij de eerste 10 hoorde te rijden.
Dit werd mij dan ook al vrij snel fataal. Terwijl ik een aantal renners voorbij porbeer te steken in een binnenbocht blokkeert een grote kei mijn pad en moet ik vol in de ankers. Het groepje schiet links langs mij heen en duikt de singletrack op, ik volg als laatste.

Terwijl vooraan de gashendel open wordt gedraait kan ik van een afstandje toekijken hoe er gaten ontstaan, want inhalen is absoluut onmogelijk. Verchillende renners beginnen foutjes te maken waardoor ik ze één voor één in kan halen en weet daardoor toch als eerste van de achtervolgende groep van de singletrack af te komen.

“Even was er onduidelijkheid over de route en ineens draaide Erik zich om.”

Het gat van de eerste groep was toen al dusdanig groot dat ik ze niet meer zag rijden. Na een aantal speldenprikken vestigde Erik Dekker zich in mijn wiel en samen probeerde we naar de eerste groep te rijden. Even was er onduidelijkheid over de route en ineens draaide Erik zich om. Hij sloot nog aan bij het groepje dat we net los hadden gereden maar ik kwam er net niet bij. Ik stelde mezelf gerust want binnen een aantal kilometer was er de eerste verzorgingspost, wanneer de mannen hun bidon bij vulde kon ik weer aansluiten.

Helaas reed de hele groep gewoon door bij de eerste verzorging, mijn bidons waren toen al half leeg en het leek mij verstandig om even te stoppen. Een snelle tussenstop zorgde ervoor dat ik ze op een lange asfaltstrook nog in het vizier had.

Eigenlijk dacht ik dat mijn kansen op een goede klassering al verkeken waren. Maar vooraan werd er getemporiseerd en zo kan ik vrij snel weer terugkeren, hoewel het mij serieus wat krachten had gekost. Vlak voordat ik aansloot zag ik dat zelfs de eerste groep weer was ingelopen, ik reed weer voor de overwinning. Dat gaf moraal.

Gelijk wist ik dat dit geen tweede keer goed zou gaan dus ik reed direct naar voren in de groep. Op datzelfde moment begint Gerben de gashendel vooraan compleet open te draaien om de groep uit te dunnen. Minuten lang sleurt hij aan kop van de groep. Achter mij hoor ik het kraken, ook ikzelf heb het moeilijk maar ik weet als 9e man overeind te blijven in het groepje.

Ik smeekte om een beetje rust na ruim 30 kilometer lang gas geven. Hoewel ik nu in een goede positie lag had het veel te veel moeite gekost. Ik merkte dan ook dat ik minder scherp begon te worden en de klappen van wortels en gaten minder kon incasseren.

De rust werd mij echter niet gegund, vooral Anne-Mark en Gerben bleven vooraan gas geven en wanneer we opnieuw een singletrack opdraaien worden de inspanningen me even teveel. Ik bijt op de tanden maar mijn schouders en armen zijn zo vermoeid dat ik geen risico’s meer kan nemen op de singletrack.

Sturen gaat nog hoekiger dan normaal. Langzaam rijden de acht man weg van mij en kom ik alleen te rijden. Het is dan nog ruim 120 kilometer naar de meet maar ik weet dat als ik mijn eigen tempo zoek ik dit kan volbrengen met een 9e plek. Bij de tweede verzorgingspost op 100 kilometer neem ik de tijd om wat druk van de banden te laten, want deze had ik véél te hard staan. Direct na deze stop zat ik veel comfortabeler op de fiets en ik kon dan ook een goed tempo ontwikkelen voor de tweede honderd kilometer.

Ik bleef maar tegen mezelf zeggen dat ik vol moest houden en moest blijven geven. Eigenlijk was het een tijdrit van 120 kilometer over onverharde paden. Er zakten er altijd wel een aantal doorheen en daar kon ik van profiteren als ik goed bleef eten en drinken.

Precies zoals ik gedacht had kwam ik op een kleine 15 kilometer van de finish de gebroeders Goerree achterop rijden. Ik pikte heel even aan maar merkte direct dat het tempo van het tweetal te laag was dus ik versnelde even om ze af te schudden. In de veronderstelling dat het niet meer zo lang was bleef ik constant gas geven, de eerste kilometers bleven ze binnen handbereik maar toen ik diep in de finale op de vaste MTB-route van Exloo kwam te rijden waren ze uit het zicht.

In de finale miste ik nog een aantal lintjes en moest ik meerdere keren omkeren om te kijken of ik nog wel op de goede weg zat. Ik was bang dat ze alsnog voor mij waren geëindigd maar toen ik over de finish rolde bleek dat Bram Rood er helaas nog tussen uit was gevallen en werd ik zesde.

Kort na de finish loop ik van het podium en zie ineens mijn vriendin staan. Na 60 kilometer was het einde verhaal, maar in de staat waar ze vanochtend verkeerde was het een heldendaad. Beiden blij dat we vanochtend toch besloten te starten, beiden beseffend dat je nooit moet opgeven ook al sta je 2-0 achter. Beiden trots dat we zover zijn gekomen.

Wouter

 


 

Statistieken

7:43 uur

 206 kilometer

1100 hoogtemeters

7.907 calorieën

6 gelletjes, 2 repen, 7 Bidons

 


Strava