Soms vind ik mezelf compleet leeg knijpen het fijnste wat er is. Het laatste druppeltje energie uit mijn belabberde benen drukken. Tot het gaatje gaan en dan nog even wat dieper. Opgevouwen op het ligstuur liggen en de pijn vanuit mijn hamstrings door mijn billen voelen trekken maar er doorheen moeten duwen, van mezelf. Soms is het fijn om mezelf te kunnen haten.

Tijdrijden is een gevecht met jezelf. Niemand zal voor je op kop gaan rijden om je uit de wind te houden. Er is geen rug waar je achter kan schuilen. Er zijn geen achterwielen waar je aan vast kan klampen. Je staat er alleen voor. Alleen jij, je gedachtes en de oneindige weg.

Ik vocht tegen mijn benen. Natuurlijk deden ze pijn, maar vandaag was het eindelijk weer eens die bekende pijn. De pijn die ik controleren kon. Pijn waar ik niet aan denken kon. Pijn waar ik de baas over was, in plaats van andersom. Pijn die elk ander gevoel in mijn lichaam verdrong. Pijn die ik al zo vaak had gevoeld. Pijn die ik gemist had.

Pijn in mijn benen en al mijn gedachten verdwenen.

Wouter