Stilte

Het is een warme nazomerdag in september. Ik leg mijn fiets in het hoge gras en zet mijn helm af. Langs de waterkant is er niemand te bekennen. Er is niets. Een oneindige leegte die gevuld is met de stilte van de schijnende zon. Ik laat me neervallen in het hoge gras en ik luister. Wederom valt me op hoe…

Nakend

Er is een mengsel van zweet, speeksel, snot, bloed en kettingolie op mijn lichaam neer gedaald. Terwijl het zweet langzaam transformeerd in zoutkristallen ben ik naarstig op zoek naar een bidon met water. Niet om mezelf te hydrateren na een zweterig criterium, maar om de ellende van deze koers weg te spoelen. Een duistere schemer daalt langzaam neer op de…

Virtueel Kampioen

De wind staat lelijk op de kant. Aan de rechterkant van de brede Brouwersdam probeert een groepje weg te rijden. Ze krijgen geen ruimte. Ik kijk vanaf een afstandje toe hoe ze met het ganse peloton in hun wiel het tempo opvoeren. De renner op kop houdt de benen even stil. Ik zie een gaatje en denk, dit is het…

Kleedkamergesprekken

Het is een zomeravond, het is even over tienen. Er zijn enkel nog verdwaalde wielrenners te vinden in het verlaten zwembad. Tussen het gekletter van douches hoor ik luidde stemmen. Nog vol adrenaline wordt de koers nabesproken. Het lijkt wel alsof ik hem nog eens her beleef. Na mezelf te hebben opgefrist praat ik nog wat na met één van…

Diepte

Ik daal af over smal bergpaadje. Wanneer ik links naar beneden kijk dan zie ik een diepte. Een oneindig steile helling die over gaat in een zwart gat. Ik weet dat ik er niet naar moet kijken, maar toch doe ik het. De diepte trekt me, maar ik weet er ternauwernood aan te ontsnappen. Mijn kont hangt millimeters boven mijn…

Dronken

Zweet stroomt in riviertjes over mijn gezicht. Mijn shirt is doordrenkt met zes verschillende soorten lichaamssappen. Met mijn rechterhand leun ik op mijn zadel, de linker grijpt zich vast aan het stuur. Langzaam maar zeker duw ik mijn fiets de berg op. Centimer voor centimer. Ik weet nog dat ik zei; Gijs dit was best gaaf voor één keer, maar…

Hulp uit de hemel

Mijn achterwiel zoekt naar grip in de glibberige bocht. Ik drift wat weg, uit schrik trek ik mijn fiets recht, ik drift nog meer. De stoeprand komt gevaarlijk dichterbij, de mevrouw die onder de paraplu ons toe staat te kijken doet een stapje naar achter. Ik kijk haar recht in de ogen aan, in mijn ogen zal ze angst lezen….

Het leven is te kort om prof te worden

Langs de weg zie ik mensen fietsen. Ze fietsen daar gewoon, alsof het nooit anders geweest is. Ze genieten van de ochtendzon en de uitgestrekte weides. Dan denk ik aan de oneerlijkheid. Zij mogen fietsen, jij niet meer. Nog steeds kan ik het niet geloven. De gedachte dat ik je nooit meer zal zien fietsen is onwerkelijk. Wat was de…